Gesprekken uit de praktijk met leiders en lijders
Samen zitten we aan tafel. Het einde van het traject nadert. Er is voor hem de afgelopen maanden veel veranderd. Opvallend is hoe ook hij, ondernemer in het MKB, aangeeft rustiger te zijn geworden. We nemen een aantal succeservaringen door: wat gebeurde er? Wat deed jij anders dan voordat je hier kwam? Hoe reageerde de ander? Wat zijn voor jou hier de belangrijkste winstpunten in? Welke talenten van jou komen hierin vooral naar voren? Waar ben je het meest blij mee? Hoe ga je dit volhouden? Hij geeft onder andere aan dat het oordelen in het algemeen duidelijk minder is geworden. Maar ... het is niet weg. Ik geef aan dat dat ook niet zal gebeuren. Het gaat er niet om dat je helemaal niet meer oordeelt, geen negatieve gedachtes of meningen ergens over hebt. Het gaat erom wat je er mee doet in een gesprek. Bepalen ze jouw toon in het gesprek of kun je ze op de achtergrond houden waardoor je echt kunt luisteren naar je gesprekspartner.
We spreken nog een keer af. Ik geef hem wat te lezen mee. Wie weet helpt het nog een stapje verder in zijn ontwikkeling.
Wat er over te vragen en te zeggen valt
Aan het einde van zo’n traject blijkt meestal dat er veel is veranderd. Echter er blijft altijd wat te wensen over. Levenspatronen zitten stevig in de mens gebeiteld. Ze verdwijnen nooit helemaal. Waar het vooral om gaat is hoe je er mee omgaat: herken je ze en in welke mate bepalen ze jouw functioneren.
Als het einde van een traject in zicht is, kijk ik vaak wat ik nog ‘mee kan geven’.
Ik stuitte onlangs op het boekje Leiderschap en zelfbedrog, waarom managers zichzelf voor de gek houden, The Arbinger Institute, een oudje uit 2001. Het gaat over hoe mensen vast komen te zitten, waarom dit hun prestaties ondermijnt en wat de oplossing is. In het begin was het wennen maar op een gegeven moment pakte het me toch. Ik heb er een samenvatting van gemaakt en deze heb ik hem meegegeven. Ik hoop dat het bijdraagt aan meer herkenning van eigen gedrag: wat breng ik zelf aan negativiteit mee in de omgang met anderen? Hiermee stap je toch anders in een gesprek. Dit wil overigens niet zeggen dat je je grenzen opzij moet schuiven, dat je niet meer voor jouw zaak blijft gaan. Het gaat vooral om het ‘hoe’. En daarmee is de kans groter dat je in ‘pittige’ gesprekken de relatie niet op het spel zet.
Tips
- Vraag jezelf af of je met negatieve vooroordelen een gesprek in gaat.
- Zo ja, bedenk alvast een compliment dat je gaat geven, en verder luister je en vraag je vaak door.
- Evalueer voor en met jezelf het gesprek en wees mild voor jezelf als het niet meteen is gegaan zoals je zou willen.